zo 9 juli: de laatste voorbereidingen

We vliegen morgen met WOWair naar IJsland. Bijna alles staat ingepakt klaar voor onze 25 daagse reis. Daarna hadden we vanmiddag nog een verjaardagsfeestje bij goeie vrienden. De OFYR ging aan en dat is altijd gezellig. We hebben genoten  van deze zomerse dag. De komende weken zullen we de 25 graden niet zo snel voelen…

We starten morgen met drie van onze vier kinderen.  Stijn vliegt volgende week pas naar IJsland. Hij is geslaagd voor zijn eindexamen en heeft voor deze week nog andere plannen. Vanaf onze huttentrektocht is hij erbij.  Hij vliegt naar Keflavík en vanaf Reykjavík Airport door naar Egilsstadir.

De auto parkeren we morgen bij Airport Parking Services Roelofarendsveen, een bedrijf dat 12 minuten rijden van de vertrekhal ligt. Je wordt met een bus naar Schiphol gebracht. Goedkoper dan parkeren op Schiphol en voor de deur worden afgezet; wel zo prettig. Ondanks de aangekondigde drukte op Schiphol, vanwege de zomervakantie hopen we op een soepele afhandeling bij het inchecken en de douane controle. We hebben dit echt al vaak gedaan, maar ik ben altijd blij als we met zijn allen in het vliegtuig zitten.

ma 10 juli: aankomst op IJsland

Als sinds ik een klein meisje ben, heb ik altijd een beetje last van reiskoorts. Het is de kunst om dat niet te laten merken als je zelf met kinderen reist, maar die truc heb ik nog steeds niet helemaal onder de knie. Uiteindelijk verheug ik me vooral op onze aankomst op IJsland. Deze keer met luchtvaartmaatschappij WOWair.

Onze vlucht is om 21:30 vanaf Schiphol en we landen op Keflavík om 23:00 uur. Snel auto ophalen en in de buurt van de Luchthaven overnachten.

di 11 juli: Reykjanes – Vík

Vandaag zijn we met prachtig weer opgestaan.  Wat een heerlijk gevoel is dat, die kraak heldere lucht, met de warmte van de zon en een fris windje. Typisch IJslands. Via Krysuvikerberg en Seltun zijn we naar Reykjavík gereden om daar onze kampeerspullen op te halen bij Edwin.  Na een ijsje is het rond half twee toch echt tijd om op pad te gaan. Het is prachtig buiten, de zon schijnt en het is zomers warm. In Selfoss doen we onze boodschappen voor de komende dagen. Morgen willen we vroeg vertrekken en supermarkten gaan vaak pas na 10 uur open.

Omdat wij al vaak deze route langs de zuidkust gedaan hebben,  zullen we niet langs alle bezienswaardigheden gaan.  Ondanks dat we er al vaak geweest zijn, is het toch vreemd om de Seljalandsfoss en de Skogafoss letterlijk links te laten liggen.

Aangekomen in ons guesthouse, pakken we de tassen toch weer helemaal om. In het hoogland hebben we niet alles nodig en dan is het wel zo prettig,  dat je alleen die tassen/rugzakken uit de auto hoeft te halen. Uiteindelijk klopt de mis en place weer en gaan we een hapje eten in Vík en bezoeken we op te terugweg Dyrhólaey.  Het was een super eerste dag, tijd om te gaan slapen!

Om jullie wel een idee te geven wat er allemaal mogelijk is heb ik een overzicht gemacht:

Reykjanes: dit mooie gebied wordt vaak ten onrechte overgeslagen, ondanks dat bijna iedereen hier zijn reis start.
Golden Cirle: Þingvellir, Geysir Gullfoss
Watervallen: Seljalandsfoss en Skogafoss
Westmaneilanden: deze eilandengroep werd in 1973 troffen door een vulkaanuitbarsting, ook wel het Pompeï van het Noorden genoemd. 

 

 

 

wo 12 juli: Vík – Laki – Hólaskjól

Vandaag staat Lakí op het programma. We hopen op goed weer, zodat we Lakagígar, de meer dan 22 km lange kraterrij, in volle pracht kunnen bewonderen.

Het regent al als we wakker worden. Dat betekent wel, dat we geen haast hebben, dus we genieten van pancakes, broodjes, sapjes en andere lekkernijen. De komende dagen slapen we in hutjes en tenten, dus zal het ontbijt wat minder luxe zijn. Hoewel, er gaat niets boven een ontbijtje midden in de prachtige natuur. Na een pitstop bij de supermarkt voor brood en bij de apotheek voor hoestsiroop zijn we ready to go. We zijn verbaasd over het aantal bouwprojecten in Vík, de ontwikkeling staat hier duidelijk niet stil.

Robbert zou Robbert niet zijn, als we niet de alternatieve route naar Laki zouden nemen. Een weg dwars door het lavaveld van Eldhraun. Eindelijk kunnen we de tip opvolgen, die Willem (van Blijderveen) hem jaren geleden gaf. Ondanks de stromende regen is het wonderschoon. Het is de weg net na  Dverghamrar die we nemen, linksaf naar Thvera. We hebben een paar mooie filmpjes gemaakt van de rit door de met mos begroeide lava. Hopelijk kunnen we ze ook op het blog plaatsen.

We stuiteren wat af en steken een aantal rivieren over, maar de Defender heeft nergens problemen mee. Tot we een sneeuwveldje tegenkomen, dwars over de weg schuin hellende naar beneden. Aangezien er geen alternatief is (of helemaal terug) besluiten we het toch te proberen. De kinderen zijn de auto al uitgesprongen om in de sneeuw te spelen en de omgeving te verkennen. Helaas komt de Defender vast te zitten en kost het best wat pogingen om er uit te komen. De bewoonde wereld is dan opeens erg ver weg en telefoonbereik niet gegarandeerd. Maar het lukt! Best een opluchting. Als we bij de t-spiltsing komen naar de regulieren weg, liggen er ook stenen om de weg te blokkeren. Wij weten inmiddels waarom..

Eenmaal aankomen bij Laki regent het hard en is het mistig. We zien dus nagenoeg niets van de kraterrij. Wat een teleurstelling, daar had ik met erg op verheugd.

Op de ‘normale’ weg terug naar de ringweg komen we wel nog langs een andere prachtige krater, waar we een kort wandelingetje kunnen maken zonder al te veel regen. Ook prachtig!

Het avontuur was al best aanwezig deze eerste dag, dus als we aangekomen zijn bij Hólaskjol en ons hutje betrekken zijn we allemaal best moe. Het hutje is voorzien van een eigen wc, elektriciteit, twee gaspitten en koud stromend water. Meer hebben we niet nodig. Het regent lekker door, dus we halen alleen het hoog nodige uit de auto. Robbert kookt een lekker maaltje, rijst met kip curry en komkommer en een IJslands biertje Einstöck Arctic Berry Ale, om 21:45 liggen we allemaal te slapen.

 

do 13 juli: Hólaskjól – Hrafntinnusker wordt Hólaskjól

Het is droog! Aan de horizon zijn wat stukjes blauw te zien. Ons ontbijt is nog best vorstelijk met cocoa puffs voor de kinderen, Robbert geniet van de gebakken rijst van gisteren en verder is er (nu nog) vers brood met verschillende soorten beleg en een grote bak bosbessen. Het zonnetje komt voorzichtig tevoorschijn.

We hebben inmiddels begrepen, dat er bij Hrafntinnuskur nog sneeuw ligt. Er naar toe rijden is dus niet echt aan te raden, laat staan kamperen. Bij de warden van Hólaskjol  vragen we of we de komende nacht nog een keertje kunnen blijven slapen. Dat kan gelukkig! Gisteren zijn er wat spullen nat geworden, dus we hebben het zeil op de auto open gelegd. Op mijn kruk met een kopje koffie in de zon voel ik mij de koning te rijk. Ik weet weer waarom ik vanaf mijn eerste minuut op IJsland verliefd ben op dit land. Het komt bij mij binnen. Het geeft energie terug en het inspireert. Mijn hersenen waren voor de reis enigszins vastgelopen. De olie was op en de radertjes liepen vast. IJsland is mijn olie en zorgt voor ruimte in mijn hoofd.

Uit het niets begint het opeens hele dikke vette druppels te regenen en we haasten ons om de spullen van het dak in de auto te gooien. Het zeil is al te nat om alleen maar over de spullen heen te trekken. Het blijft IJsland, het weer kan zo snel omslaan.

De kinderen hebben de omgeving al een beetje verkend, maar komen ook snel aanrennen om te schuilen. Julius stelt voor om een kaartcompetitie te houden. Een goed idee! De laatste maanden is de family time er wel bij ingeschoten in ons drukke gezinsleven en gewoon lekker kaarten terwijl het buiten regent is gewoon super gezellig.

Wij weten al lang dat plannen op IJsland voortdurend aangepast moeten worden. Zo hebben we net onze lunchboterhammen, die Robbert ’s ochtends altijd smeert, al lekker bij ons hutje opgegeten en gaan daarna met de auto naar Elgjá en de Öfaerafoss. Deze stonden niet op de planning, maar wat een geweldig alternatief. De zon, de wolken, het zwarte zand en het lichtgevende groene mos in het door vulkanisch geweld gevormde landschap maken dat je eigenlijk voortdurend wilt stoppen om dit natuurschoon vast te leggen. Maar een foto haalt het bij lange na niet bij wat op beeld wordt vastgelegd. Eigenlijk is dat ook genoeg, was het niet dat we andere willen laten meegenieten.

We rijden ook naar Gásatindur…. ? Een hoogvlakte met uitzicht naar de Vatnajökull en de Myrdallsjökull. Dit 360 graden beeld valt op beeld niet samen te vatten.

We moeten best wat rivieren doorsteken en de Defender heeft daar echt geen problemen mee. Wel komen we een 2WD Camperbusje met  toeristen tegen, die midden in de rivier zijn blijven steken. Hoe kun je zo dom zijn?! Waarschijnlijk moeten ze de hulpdienst bellen om los te komen. Wij zijn zo vriendelijk om een sleeptouw op te halen, maar als we terugkomen zijn ze al wel aan de overkant, eruit gesleept door een andere auto. Nu staan ze echter op een plek waar ze, zowel voor zich als achter zich een diepe rivier vinden. Als je met een 2WD camper in het hoogland bent, ben je al in overtreding, laat staan dat je er mee vast komt te zitten. Je betaalt een vette boete en moet zelf opdraaien voor de kosten van de hulpdiensten. We besluiten dat het niet ons probleem meer is en gaan naar ons hutje terug om in de zon buiten aan een picknicktafel te eten.

Achter Hólaskjol ligt een ‘hidden gem’ in de rivier Sydri Ófaefra, een grote waterval, die ook wel Litli Gullfoss genoemd wordt. Het is een klein wandelingetje meteen achter de hutjes omhoog en het uitzicht en de waterval in de basaltzuilen zijn sowieso de moeite waard. In de verte zie ik een grote kudde paarden en ruiters aankomen. Het blijken families uit Reykjavík te zijn, die 3x in de zomer hier naar toe komen voor een gezellig uitstapje. Het is opeens een komen en gaan van mensen, honden en paarden. Gezellig hoor. We zijn benieuwd wat de avond gaat brengen.

Het eten, lamskoteletten met aardappel-rodekoolpuree, is klaar. Eet smakelijk!

Het is een echt midzomernachtavond. Het is nu 12 uur en de lucht is nog helemaal licht met een mooie roze rand en geen wolk te bekennen. We hebben nog een keer een wandelingetje gemaakt naar de waterval hier direct achter de hutjes en we hebben spelletjes gespeeld. De tassen staan alweer redelijk ver ingepakt, zodat we morgen op tijd kunnen vertrekken.

vr 14 juli: Hólaskjól – Nýidalur

Prut, we worden weer wakker met regen. Je weet dat IJsland vaak regen voor je in petto heeft, maar na zo’n zonnige avond hadden we dat niet verwacht. We moeten nog een beetje de routine vinden in het opbreken, dus we zijn niet zo snel weg als we zouden willen. Regen is daarbij zeker geen behulpzame factor. We vertrekken eerst via Landmannalaugar naar Hrauneyjar om nog een keer te tanken en wat te eten. We moeten best veel rivieren doorsteken en we verbazen ons over de fietsers die dezelfde route doen. Hoe doen ze dat toch door al die rivieren? In het barre weer komen we ook een wandelaar tegen met een soort driewieler voor zijn spullen. Hij kijkt ons vermoeid aan, we benijden hem niet. Hij vraagt zichzelf volgens mij ook af: “What was I thinking…”  Bij Hrauneyjar hebben we even wifi, dus de kinderen hebben hun telefoons al in de aanslag. Binnen wordt er druk geappt, gefacebookt en wat dies meer zij. De lamssoep en de hamburgers smaken ons prima en intussen is het buiten droog geworden en de laaghangende wolken zijn al een stuk hoger in de lucht gaan hangen. We hebben nog een paar km asfalt, maar daarna begint het hobbelen en bobbelen weer. De Sprengisandur heeft niet zoveel rivierdoorsteken, het is een groot maanlandschap met grijsturquoise meren, af en toe een lichtgevend groene mos oase, maar vooral veel uitgestrekte vlakte. In dit landschap zijn oefeningen gedaan voor maanlandingen en je hoeft niet veel fantasie te hebben om je dat voor te stellen. Ook is dit landschap geliefd voor filmopnamen. Het is echt heel mooi, maar zeker ook een hoop gehobbel. Langs grote delen zien we ook de paardensporen van de meerdaagse paardrijdtocht die over de Sprengisandur gaat. Het is bijzonder om je voor te stellen dat in vroeger tijden de mensen te voet of te paard deze route volgden.

Ons doel is Nýidalur, niet heel ver weg. Het is de bedoeling om te gaan kamperen, maar het waait hard en het is koud. De Fimmfördurhals is vandaag zelfs gesloten. Het is geen pretje om je tentje op te zetten in de harde wind, dus als er plek is in de hut, zullen we in de hut gaan slapen. Onderweg is het weer heel veranderlijk. Soms zon, maar ook veel wind, regen en zandstormen. Aangekomen, vragen we of er plaats is in de hut. We boffen, er is plek. We hebben vijf matrassen naast elkaar boven in de hut onder het schuine dak. Robbert duikt meteen de keuken in om pasta bolognese te maken en wij maken onze bedden klaar. Er liggen nog 6 of 7 mensen op deze zal. Ik ben erg benieuwd hoe de kinderen zullen slapen. En ik zelf overigens ook. Ik heb als een echt prinses op de erwt, twee matrasjes op elkaar gelegd.  Ik vind het heerlijk om zo avontuurlijk op vakantie te gaan, maar merk wel dat mijn lijf iets minder meewerkt dan vroeger..

Het eten smaakt weer prima en na een potje pesten en een potje Wizard gaan we vroeg slapen.

za 15 juli: Nyidalur – Askja

We hebben in de hut goed geslapen. Het is verplicht stil tussen 24.00 en 07.00 uur. Op ‘onze’ zolder was het al stil rond elf uur en Felix was al om kwart voor tien out. Na een ontbijt met surmjolk, cocao puffs en banaan zijn we snel klaar om op pad te gaan. Ik heb zelf een heerlijke warme douche genomen. Wat een luxe is dat!

Dit was vandaag veruit de meest bizarre route die ik ooit op een dag gereden heb. Dan wel niet als chauffeur vandaag, maar als bijrijder. De route begon met een paar rivierdoorsteken met de gletsjer aan onze rechterkant. De zon doet hard zijn best door de wolken heen te komen. Er komen steeds meer stukken blauw aan de horizon. De weg is best redelijk en Robbert zegt nog: “Best lekker in vergelijking met gisteren.” Haha, vlak daarna beginnen de hobbels die steeds serieuzer worden. We willen vanaf Nýidalur naar Askja. Het plan was eigenlijk de Gaesavatnaleid te rijden, maar Robbert vraagt het even na bij de Ranger. Zij zegt dat deze weg nog dicht is, maar dat het eventueel wel zou moeten lukken met onze auto. Wel ligt er nog veel sneeuw, dus de route kan best wel eens een uur of 10 (of langer) duren en de kans dat je vast komt te zitten is groot.  Dat avontuur gaan we met 3 kinderen op de achterbank niet aan, dus we nemen de F910. deze oude weg gaat dwars door een ongelooflijk uitgestrekt lavaveld. Als je er tegen aankijkt geloof je niet dat je erdoorheen kunt rijden en als je achteruit kijkt, geloof je niet dat je er doorheen gereden bent. We hebben gefotografeerd en gefilmd om dit ongeloofwaardige duidelijk te kunnen maken. De Defender doet het toch echt schijnbaar moeiteloos: wat een bak! Af en toe geef ik een kreet, omdat ik een foto wil maken. Ofwel een roze bloemetjes in een verder levenloze omgeving, ofwel een stuk touwlava dat nu een stille getuige is van de ooit kolkende massa lava die dit bizarre landschap geschapen heeft. We rijden soms echt van paal naar paal om de route te kunnen bepalen, want de ‘weg’ is wel goed uitgezet. Op de Kjölur waren we verbaasd over het aantal fietsers dat we daar tegenkwamen, maar op deze route zijn we vooral verbaasd over het aantal eenzame wandelaars. Het waait hard en ze ploegen echt soms uren tegen de wind in door dit rauwe maanlandschap.

Halverwege zien we eindelijk de Askja in de verte, maar dat betekent dus niet dat we er al zijn. We hebben nu wel een ijkpunt. Nadat we dichterbij de Askja zijn gekomen wordt de weg langzaam meer een zandvlakte. Het waait hard, dus we doen snel alle roosters van de auto dicht, zodat we zo min mogelijk zand hoeven te happen. Het blijft een Defender, dus helemaal dicht is hij nooit…

Het is wel heerlijk om niet meer zo te hobbelen en alleen maar de gele paaltjes door het zand te volgen. We hebben door de Warden (beheerder) van Nýidalur al laten bellen naar de hut bij Askja om 5 bedden te reserveren. Aankomen bij de hut betrekken we dan ook onze eigen 6-persoonskamer. Alles heel basic voor een niet geringe prijs. Sinds vorig jaar zijn de prijzen echt enorm gestegen en de IJslandse Krone staat erg hoog. Toch verkiezen we de hut boven onze tentjes. Het is best een vermoeiende dag geweest en de warmte en het gemak van de hut is wel erg aantrekkelijk. Er wordt hier buiten zeker ook gekampeerd en het ziet er ook erg goed uit. Als we met zijn tweeën  waren geweest hadden we een tentje opgezet, maar als gezin is een warme avond en een comfortabele nacht ook wel lekker. Het is de bedoeling dat we hier twee nachten slapen. Morgen besluiten we of we dat ook daadwerkelijk gaan doen. Rob en ik genieten buiten in het zonnetje van een glas gin-tonic, de kinderen zijn op hun bedden neergestreken.

Het is wel druk in de hut. Ik vond het leuker bij Nýidalur. De kinderen vinden de drukte hier juist wel gezellig. We hebben nog pasta bolognese over van gisteren, dus het eten is een makkelijke klus. Na het eten gaan we nog naar de Víti, de kleine warme krater binnen in de grote Askja krater. Een klein stukje rijden naar een parkeerplaats en dan is het 5 km heen en 5 km terug: een goeie avondwandeling. We moeten hele stukken door smeltende sneeuwvlaktes en de waterdichtheid van onze bergschoenen wordt even goed op de proef gesteld. De afdaling in de Víti is stijl en glibberig. We gaan met zijn allen zwemmen. Dat is toch wel een bijzondere belevenis met zijn vijven. Het eruit komen en snel aankleden in de kou valt best een beetje tegen, maar het was het zeker waard. In de auto terug naar de hut maken we nog een paar mooie foto’s van de uitgestrekte vlakte en de prachtig in de avondzon goed zichtbare Herdubreid. Terug in de hut drinken we snel nog een kop thee, maar gaan snel slapen. Het was eigenlijk best een enerverende dag.

 

zo 16 juli: Askja – Kverkfjöll

Ik word om half 6 wakker omdat Robbert de eetzaal in loopt. Een paar halve zolen hebben besloten al heel vroeg veel lawaai in de keuken te moeten maken, terwijl je in berghutten tot 07.00 uur stil moet zijn. Ze gaan gelukkig snel en stil weg, zodat ik heerlijk verder kan slapen; de kinderen merken niets en liggen nog in coma. Na een lekker ontbijtje checken we of we een nachtje eerder in Kverkfjöll terecht kunnen. Dat kan en dat is mooi. Zo hebben we een nacht extra bij Egilsstadir en kunnen we de trekking iets beter voorbereiden, zeker nu Stijn dinsdag bij ons aansluit. De route naar Kverkfjöll is niet heel lang, maar wederom bizar. Je waant je in een landschap van Star Wars compleet met zandstorm. De verschillende kleuren lava wisselen zich af. Kverkfjöll ligt tegen de Vatnajökull aan. Je voelt te temperatuur dalen. Het wit met zwarte monster loert op de achtergrond.

De gele hut bij Kverkfjöll is heel gezellig. Een leuke eetzaal, een prima keuken om te koken met stromend warm water! Voor vandaag heb ik niet veel op het programma staan. We maken een wandeling van een uur naar de top van de heuvel Virkisfell achter de hut. Het is best een klim, maar zeer de moeite waard. Je hebt er 360gr uitzicht. We hebben panoramafoto’s gemaakt om het duidelijk proberen te maken.

In de eetzaal ontmoeten we een Nederlands gezin. Hartstikke gezellig, zeker ook voor Felix en Isis. Lisanne en Thijs zijn zo goed als even oud. Er worden verhalen uitgewisseld en er wordt gekaart. Tijdens zo een reis is een simpel pak kaarten toch echt onmisbaar! Tussen 21.00 en 22.00 uur kunnen er ‘devices’ opgeladen worden in de hut. De elektriciteit gaat een uurtje aan, daarna gewoon weer uit, want buiten is het toch licht. We hebben een slaapruimte voor 12 personen voor ons vijven, dus we hebben alle ruimte. ’s Avonds heb ik eindelijk wat tijd om aan mijn blog te werken, ik probeer mijn achterstand in te halen. Ik maak altijd veel te veel foto’s, wat het kiezen niet altijd makkelijk maakt. Ik kies voor het blog met name foto’s die bij het verhaal passen. Als ik niet iedere avond even opschrijf wat er op die dag is gebeurd, ben ik het de volgende dag kwijt. Je hersenen kunnen zoveel indrukken nauwelijks aan (of spreek ik dan voor mezelf..).  Als ik mijn blog teruglees, ben ik soms weer opnieuw blij van de dingen die ik lees. Haha, wat een korte termijn geheugen!

Als de kinderen eenmaal op bed liggen, bespreken Robbert en ik nog even de voorbereidingen van de trekking die bijna voor de deur staat. We zullen alle spullen zelf moeten dragen inclusief al het eten, dus de planning is best belangrijk. Als we onze boodschappenlijst klaar hebben, gaan we ook naar bed. Morgen slapen we in een huisje bij Egilsstadir. In deze huisjes zijn we al vaker geweest en het was altijd heerlijk. We kijken uit naar een lekkere douche en een opgemaakt bed. Toch ben ik ook een beetje verdrietig dat ons hooglandavontuur er alweer bijna opzit. Dit landschap is zo rauw en overweldigend. Ik heb nooit kunnen verzinnen dat er zoveel soorten lava zijn. Zo veel kleuren (geel, rood, zwart en bruin), vormen (rond, scherp, groot en klein) en combinaties daarvan. De oneindigheid van de vlaktes en de verrassende kleine oases met engelwortel (zoals bij Hvannalindir) waar je door lichtgevend geelgroene mossen een riviertje moet doorsteken. Een verrassende verscheidenheid van bloemetjes en plantjes. Ook al waan je je regelmatig op de maan, het leven komt toch steeds weer tevoorschijn.

ma 17 juli: Kverkfjöll – Egilsstadir

Beneden in de eetzaal is het al een gezellig geroezemoes van een groepje Italianen. We hebben niet meer heel veel eten over, maar het is nog een prima ontbijt. Voor nood hadden we ook nog trekkingvoedsel mee, maar eigenlijk is dat voor de daadwerkelijke trekking die we as woensdag gaan beginnen. De tassen zijn in de loop van de dagen steeds meer omgewoeld, maar omdat iedereen een plasticzak met kleding heeft in de grote tas blijft het overzichtelijk. Vanavond wordt het wel tijd voor een kattenwasje, gelukkig alleen voor ondergoed en sokken en wat thermokleding. De bovenkleding blijft gewoon lekker vies, wel zo makkelijk.

Als de auto weer helemaal is ingepakt en na deze hut zelf de telefoons weer zijn opgeladen, vertrekken we naar de gletsjer. In onze auto is de 12v lader kapot, waardoor we onderweg niets kunnen opladen. Een klein beetje lastig, maar het went best snel, je moet gewoon goed opletten op je verbruik. We zijn zo gewend aan eindeloze voorzieningen, dat een beetje bewustzijn helemaal niet erg is. Dat geldt ook voor de hutten. Afval wordt gescheiden en soms word je gevraagd je afval zelf mee te nemen. In het binnenland zijn de voorzieningen nu eenmaal anders.

We gaan als eerste even langs bij de gletsjer. De grot is helaas iet meer open omdat het er niet meer veilig genoeg is. We kunnen er nog wel een foto van maken van buitenaf. Gletsjers zijn altijd indrukwekkend, ze vormen het landschap. Gletsjers op Ijsland zijn regelmatig wit met zwart van de lava. Die combinatie van vuur en ijs maakt Ijsland zo bijzonder. De weg van Kverkfjöll naar Egilsstadir is wederom erg mooi. Het begin stuk is zwart met rood, later gaat het over naar zwart met grijs en dan weer naar zwart met geel. We maken een tussenstop bij Hvannalindir, een oase in de weidse vlakte met overal Engelwortel en nog veel meer bloemetjes. Op deze plek heeft ooit de vogelvrij verklaarde ……. gewoond. De resten zijn nog steeds te zien. Ik kan me echt niet voorstellen hoe iemand door alle jaargetijden heen in dit landschap overleven.  De Askja vulkaan en de Herdubreid zijn een groot gedeelte van onze reis een baken aan de horizon. We gaan richting oosten het binnenland uit. Opeens wordt het weer groener, wordt de begroeien wat meer divers en niet lang daarna zien we de eerste schapen en de eerste boerderij. De weg wordt al wat minder hobbelig en als we opeens weer asfalt onder ons hebben, voelt dat het bijna gek. We zijn weer terug in de bewoonde wereld. Wat was dit een bijzondere ervaring. We zijn echt maar heel weinig mensen tegengekomen. Ik voel me bevoorrecht om dit natuurgeweld met eigen ogen gezien te hebben. Ook de kinderen vonden het heel bijzonder, ook al is ze het schudden niet altijd meegevallen. Het binnenland is niet voor ‘watjes’… haha.

We doen boodschappen en wassen de auto. Het lavazand moet er toch een beetje vanaf gespoeld worden. Gelukkig kun je dit op IJsland bij de grotere tankstations makkelijk doen.

Ons huisje in Egilsstadir is een oude bekende. We voelen ons er direct weer thuis. Uiteraard wordt er door iedereen als eerste even heeeerlijk gedoucht en schone kleren aangetrokken. Ik doe mijn kattenwasje en Robbert grilt een vpaar goeie stukken vlees, lam en rund. Bij de Vinbud hebben we een goeie fles rode wijn gehaald en die smaakt ons prima. Ons huisje ligt aan het meer bij Egilsstadir en we genieten van ons uitzicht gedurende een heerlijke lange Ijslandse zomernacht. Om 24:00 is het nog redelijk licht, met rood en paars aan de horizon.

MIddernacht

 

di 18 juli: Egilsstaðir – Eyjólfsstaðir

Vandaag komt Stijn! Misschien kun je je herinneren, dat ik vertelde over mijn reisziekte. Ik word vroeg wakker en kan niet meer slapen, geplaagd door een enorm onrustig gevoel in mijn lijf. Eigenlijk heb ik veel te kort geslapen, maar de zon staat recht op ons huisje en het voelt helemaal niet als 07:00 in de ochtend, maar eerder als 11:00 uur. Ik app naar Stijn en die blijkt net in de trein te zitten naar Schiphol. Ik heb gewoon last van plaatsvervangende reisziekte… Je kind blijft een deel van jezelf en op dagen als deze voel ik dat nog bijna lichamelijk, niks aan te doen. Het is geen straf om op de veranda buiten in het zonnetjes met een kopje thee te zitten en mijn boek te lezen. Ik lees een boek dat ik van mijn moeder voor de reis heb gekregen. Het is van Laura Broekhuysen ‘Winter-IJsland, mijn eerste jaar in een verlaten fjord.’ Ik vind het geweldig! Haar schrijfstijl is prachtig en hoe kan het anders zo passend bij deze reis. Ik heb eigenlijk voortdurend zin om stukjes te quoten, dat zal ik niet doen, maar één stuk kan ik gewoon niet laten. Na de winter wordt het langzaam zomer:

“Er staat een hoge wind die we aan de grond niet voelen. Ons kind gooit haar blauwe vlieger de lucht in als een pootloze zwaluw, hopend dat hij zijn vleugels zal spreiden. Ze slingert hem de warmte uit, de winter tegemoet, die boven onze zomer een kortstondige siësta houdt. De kou is nooit ver. Hij hangt nog in de bergtoppen, vlekken oude sneeuw lichten op in onze ooghoeken. Het is een zomer met zandloper.”

Rond 09:00 zijn ook de anderen wakker en gaan we ontbijten. Het voetbalveldje waar we drie jaar geleden veel hebben gevoetbald is niet gemaaid, dus dat is geen optie deze keer. De voorbereidingen voor de trekking moeten nu sowieso voltooid worden. De tassen zijn inmiddels helemaal omgepakt, rugzakken klaargemaakt, eten voor vier dagen ingekocht en verdeeld over de rugzakken. Langzaam maar zeker krijgt het echt vorm. We hebben er allemaal best zin in en vinden ook een beetje spannend. Zo iets hebben tenslotte nog nooit eerder op deze manier gedaan. We eten nog een ijsje en gaan naar ons onderkomen voor de komende nacht. De dag gaat zo lekker snel voorbij. Stijn is inmiddels geland op IJsland en heeft een paar uur alleen in Reykjavík voordat hij naar Egilsstadir vliegt. Toen hij 11 was heeft hij dit stuk al een keer eerder alleen gevlogen, dus dat zal nu met 18 jaar ook wel lukken.

Of we bereik hebben om te kunnen bloggen de komende dagen is nog een verrassing, daarom hebben we net besloten dat we de computer niet meenemen, dat scheelt weer in gewicht. Misschien kunnen we wel wat Facebook berichten plaatsen met onze telefoons. Na de trekking heb ik genoeg tijd om het blog bij te werken.

Het is tijd om Stijn te gaan halen. Daarna nog snel een cheese burger met frites bij het N1 tankstation en allemaal snel slapen. Morgen is meteen een lange wandeldag.  Tot over een paar dagen!